Kwetsbare ouderen hebben een complexe zorgvraag

Leeswijzer

Het aantal ouderen neemt toe. Maar er komen ook steeds meer oude ouderen (80+). Hiermee groeit ook de groep ouderen waarbij verschillende soorten problemen samenkomen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan chronische aandoeningen en multimorbiditeit, incontinentie, polyfarmacie (het gebruik van meerdere geneesmiddelen tegelijkertijd) en eenzaamheid. Dit levert een complexe, domeinoverstijgende zorgvraag op, waarbij ook rekening moet worden gehouden met verschillen tussen ouderen. Dit webartikel beschrijft een aantal belangrijke aspecten van de (complexe) zorgvraag van ouderen en wat dit betekent voor de zorg in de toekomst.

 

Het aantal ouderen en oude ouderen neemt toe…

In het Trendscenario neemt het aantal 65-plussers de komende 25 jaar toe van 3,1 naar 4,8 miljoen, dat is een stijging van bijna 55%. Het aantal 90-plussers verdrievoudigt zelfs, van 117.000 in 2015 tot bijna 340.000 in 2040. Dit is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de naoorlogse geboortegolf (1946/47). Deze generatie bereikte in 2016 de leeftijd van 70 jaar. De vergrijzing wordt versterkt doordat de gemiddelde levensverwachting bij geboorte in het Trendscenario stijgt van 81,5 in 2015 naar 86 in 2040. De kans om heel oud te worden neemt daarmee toe. In 2015 lag bijvoorbeeld de kans bij geboorte om 95 jaar te worden op ongeveer 10%. In 2040 is dit in het Trendscenario gestegen naar ongeveer 20%.

…en daarmee stijgt ook het aantal ouderen met (meerdere) chronische aandoeningen

Door de vergrijzing neemt ook het aantal ouderen met één of meer chronische aandoeningen toe. Ouderen hebben vaker dan jongeren meerdere chronische aandoeningen tegelijkertijd. Het hebben van meerdere chronische aandoeningen noemen we ook wel multimorbiditeit. De huisartsenregistraties over 2015 geven aan dat in de leeftijdsgroep 50 tot 74 ongeveer 43 procent van de mensen twee of meer chronische aandoeningen had. Van de mensen van 75 jaar of ouder had in datzelfde jaar ongeveer 80 procent twee of meer chronische aandoeningen. Door het toenemende aantal ouderen met multimorbiditeit worden ook de gevolgen van het samenkomen van chronische aandoeningen meer zichtbaar (1). Een deel van de ouderen bevindt zich door een stapeling van chronische aandoeningen en problemen in een instabiele situatie. Zij redden zich nu nog wel, maar een kleine verandering kan hen al uit balans brengen. Deze ouderen zouden kwetsbaar genoemd kunnen worden (zie kadertekst).

Verschillende manieren van kijken naar kwetsbaarheid

…en stijgt het aantal ouderen met een geriatrisch syndroom

Door de toename van het aantal ouderen zal ook het aantal ouderen met één of meer geriatrische syndromen stijgen. Geriatrische syndromen (geriatric giants) zijn (gezondheids)problemen die relatief vaak bij ouderen voorkomen. Het gaat hierbij onder andere om vallen, geheugenproblemen en dementie, gezichts- en gehoorstoornissen, beperkingen in het dagelijks functioneren, incontinentie, depressie, eenzaamheid en polyfarmacie (het gebruik van meerdere geneesmiddelen tegelijkertijd) (6-8). Geriatrische syndromen hebben een negatieve invloed op gezondheid en kwaliteit van leven. Zo verhoogt polyfarmacie bijvoorbeeld de kans op bijwerkingen of ongunstige wisselwerkingen tussen verschillende geneesmiddelen. Dit zorgt vaak voor onnodige ziekenhuisopnames. In 2015 kwam polyfarmacie bij ruim een kwart van de 65 tot 75-jarigen en bij bijna de helft van de ouderen boven de 75 jaar voor. Door de stijging van het aantal ouderen, zal daarom ook het aantal mensen met polyfarmacie toenemen. De meeste ouderen hebben één of meerdere geriatrisch syndromen. Om hoeveel ouderen het gaat en met welke geriatrische syndromen ze kampen is om meerdere redenen lastig te achterhalen (zie volgende kadertekst). Een aantal geriatrische syndromen komt vaak in combinatie met elkaar voor, zoals dementie met incontinentie en beperkingen in het dagelijks functioneren. Een stapeling van geriatrische syndromen vergroot de kwetsbaarheid van ouderen (zie vorige kadertekst) (6, 9-11).

Geriatrische syndromen blijven in registraties vaak buiten beeld

Ouderen en hun omgeving zullen veranderen …

De ouderen van straks zullen anders zijn dan de ouderen van nu. Sommige aandoeningen en problemen, zoals artrose, zullen bij de ouderen van straks vaker voorkomen (zie webartikel Ouderdomsziekten zorgen voor grote druk op de zorg). Het aantal mensen met artrose verdubbelt bijvoorbeeld naar ruim 2,2 miljoen in 2040. Ook in andere opzichten zijn de ouderen van straks anders. De verwachting is dat toekomstige ouderen bewuster bezig zullen zijn met hun leefstijl. Zo neemt in het Trendscenario het percentage mensen van 65 jaar of ouder dat rookt gestaag af tussen 2015 en 2040. Maar tegelijkertijd laat het Trendscenario op andere leefstijlaspecten, zoals overgewicht, juist een verslechtering zien. Het netto-effect van deze veranderingen op de zorgvraag is daardoor moeilijk in te schatten.

Toekomstige ouderen hebben andere ideeën over oud worden

Verder zullen waarschijnlijk ook de verwachtingen van ouderen veranderen. Het lijkt erop dat de nadruk steeds meer komt liggen op kwaliteit van het ouder worden (successful ageing) in plaats van het oud worden op zichzelf. De nadruk die successful ageing krijgt, wordt ook ondersteund door nieuwe techniek die helpt bij de dagelijkse omgang met aandoeningen en beperkingen. Hierdoor is de impact van ziekte en gebrek op het leven ook minder groot dan voorheen. Dit zien we terug in het Trendscenario: in 2040 voelt groep 75-plussers zich gezonder dan de huidige groep mensen van 75 jaar en ouder. Maar de toekomstige jonge ouderen (de groep 65- tot 80-jarigen) hebben waarschijnlijk ook hogere verwachtingen van de kwaliteit en hoeveelheid geboden zorg. Het lijkt erop dat vooral onder jonge ouderen ziekte en beperking als onderdeel van het ouder worden steeds minder worden geaccepteerd dan voorheen. Toekomstige jonge ouderen zullen waarschijnlijk vaker dan nu verwachten dat zorgverleners ongemakken verhelpen. Zowel de vraag naar zorg als de aard van de vraag zal hierdoor veranderen, maar het is nog onzeker hoe en in welke mate (6, 15-17). Daarnaast lijken (toekomstige) ouderen meer regie te willen nemen over hun eigen leven en ook hun levenseinde. Het huidige maatschappelijke debat over ‘voltooid leven’ en de plotse verdubbeling van het ledenaantal van de Coöperatie Laatste Wil na het nieuws over een nieuw ‘levenseindepoeder’ onderschrijven dit beeld (18, 19).

Diversiteit onder ouderen neemt toe

Door de groei van het aantal ouderen zullen bestaande (en nieuwe) verschillen tussen ouderen de komende jaren ook meer aan de oppervlakte komen. Door de groei van het aantal 80-plussers in de laatste jaren is duidelijk geworden dat deze groep vaak met andere (gezondheids)problemen kampt dan jonge ouderen (zie hieronder). Naar verwachting zal in de toekomst de diversiteit van de groep ouderen groter worden. Dit komt mede doordat verschillen die – bijvoorbeeld wegens kleine aantallen – eerst nauwelijks opvielen nu aan het licht komen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan LHBT-ouderen: twintig jaar geleden nog een marginale groep, maar nu niet meer (20). Groepen ouderen kunnen flink van elkaar verschillen als het gaat over gezondheid, mogelijkheden en verwachtingen (20, 21).

Oudere alleenstaande mannen: een nieuwe groep

In het Trendscenario neemt het aantal alleenstaande oudere mannen flink toe. Bij vrouwen is het aantal alleenstaanden nu al groot en neemt ook toe. Hierdoor wordt ook het verschillen in zorgbehoefte en -vraag groter. Oudere vrouwen hebben gemiddeld meer aandoeningen en hebben daarom meer zorg nodig dan oudere mannen. Maar door de vroeger gangbare rolverdeling tussen man en vrouw zijn oudere vrouwen op dit moment vaak meer gewend voor zichzelf en hun gezondheid te zorgen dan mannen. Daarnaast kunnen vrouwen zichzelf vaak beter redden doordat zij gemiddeld een groter sociaal netwerk en dus meer sociale steun hebben. Oudere alleenstaande mannen hebben over het algemeen meer professionele hulp nodig maar roepen die vaak niet op tijd in waardoor ze vaker een beroep op de acute zorg. Tegelijkertijd staan oudere mannen er financieel vaak beter voor dan vrouwen, waardoor ze makkelijker zelf aanvullende (private) zorg kunnen betalen als dat nodig is. Dit zal door veranderingen in rolpatronen en arbeidsmarktposities in het verleden, naar de toekomst toe waarschijnlijk anders worden. Doordat vrouwen de afgelopen decennia bijvoorbeeld steeds meer zijn gaan werken, zal juist deze groep op latere leeftijd meer eigen financiële middelen hebben dan nu het geval is (6, 21-23).

Niet alleen gezondheid speelt een rol bij de zorgvraag van ouderen

Ouderen verschillen ook van elkaar in opleidingsniveau, inkomen en achtergrond

Ouderen verschillen ook van elkaar in opleidingsniveau, culturele achtergrond, gezondheidsvaardigheden en financiële situatie. Al deze aspecten kunnen weer zorgen voor gezondheidsverschillen (zie voorgaande kadertekst). Ouderen met meer financiële mogelijkheden en betere gezondheidsvaardigheden zullen bijvoorbeeld beter hun weg kunnen vinden in het zorgstelsel en beter hun eigen zorg kunnen regelen. Tegelijkertijd hangt de mate waarin een oudere in staat is om zelf zijn of haar zorg te regelen ook sterk samen met de. Ongeveer een kwart van de ouderen ervaart op dit moment weinig eigen regie. Ouderen die minder eigen regie ervaren hebben vaak wel een zorgbehoefte, maar ook minder kans de benodigde zorg te ontvangen (21, 23, 32).

De zorgvraag van ouderen neemt toe en wordt complexer…

Door het toenemend aantal ouderen zal de totale zorgvraag tussen nu en 2040 stijgen. Tegelijkertijd verandert deze vraag en wordt die waarschijnlijk meer divers, omdat zowel de ouderen zelf als hun omgeving veranderen. Hoewel jonge ouderen vaak minder chronische aandoeningen of geriatrische syndromen hebben dan oude ouderen (80-plussers), krijgen de meeste ouderen vroeg of laat te maken met een stapeling van problemen en chronische aandoeningen. De complexiteit van de zorgvraag zal hierdoor ook toenemen. Dit zorgt voor een grotere druk op het gehele zorgsysteem. Doordat ouderen langer thuis zullen blijven wonen en er meer specialistische zorg van de kliniek naar de huisarts en de thuissituatie verschuift, zal met name de vraag naar eerstelijnszorg en informele (mantel)zorg stijgen ( zie webartikel Ouderdomsziekten zorgen voor grote druk op de zorg) (17, 20, 21, 23-30). Maar ook in andere domeinen van de zorg zal de vraag toenemen (zie kadertekst).

Ouderen zullen een groter beroep doen op zorg

…maar ook de vraag naar niet complexe zorg neemt toe

Door de vergrijzing stijgt ook de vraag naar niet-complexe zorg van ouderen. Dit wordt bijvoorbeeld inzichtelijk als gekeken wordt naar de ontwikkeling van het aantal ingrepen dat op dit moment al vaak bij ouderen worden uitgevoerd, zoals operaties voor staar (cataract), heupfracturen en artrose of artritis in de heup. Bij al deze aandoeningen is op basis van demografische projecties een forse toename te zien van het aantal DBC’s bij de oudste leeftijdsgroepen. Zo neemt het aantal DBC’s voor staaroperaties tussen 2012 en 2040 voor mensen in de leeftijdsgroep 75 tot 80 jaar van bijna 25.000 naar ongeveer 49.000. Demografische projecties van aantal DBC’s voor operatieve ingrepen voor artrose of artritis in de heup en heupfracturen laten een vergelijkbare verdubbeling zien.

Meer inspelen op de individuele behoeften van de oudere…

Door de grote verschillen tussen ouderen, zal er in de zorg voor ouderen ook meer rekening gehouden moeten worden met de individuele oudere: welke aandoeningen en problemen spelen er? Hoe staat het met zijn of haar leefstijl, gezondheidsvaardigheden en financiële mogelijkheden? Maar ook het sociale netwerk, de woon- en leefomgeving (in wat voor huis woont iemand, welke voorzieningen zijn er in de buurt, hoe makkelijk kunnen mensen naar buiten, hoe veilig is de buurt) spelen een rol. En wat verwacht de oudere en wat kan of wil hij of zij zelf nog doen? Aandacht voor dit bredere (integrale) beeld, in plaats van een specifieke aandoening, maakt de zorg vaak effectiever (37). Maar het stelt ook nadere eisen aan de inrichting van de zorg. Daarnaast zullen zorgverleners ook moeten leren omgaan met veranderende verwachtingen van hun ouderen, zeker als het gaat om de acceptatie van ziekte en beperkingen (20, 23, 38).

… en betere samenwerking en afstemming met elkaar rondom de oudere (thuis)

Door de grotere complexiteit van de zorgvraag van ouderen zullen er steeds meer verschillende zorgverleners betrokken zijn bij de zorg voor deze groep. Om de geleverde zorg goed op elkaar aan te laten sluiten is intensieve samenwerking en communicatie tussen de verschillende professionals en mantelzorgers essentieel. Ook een centraal aanspreekpunt dat overzicht houdt over een dergelijk complex netwerk aan zorgverleners is belangrijk. Omdat er grote verschillen zijn in de mate van ervaren eigen regie en zelfredzaamheid, kunnen zorgprofessionals er niet van uitgaan dat iedere oudere deze taak op zich neemt en zelf zijn zorg regelt en organiseert (5, 20, 23).

De kwaliteit van leven van ouderen is een evenwicht van gezondheid en welzijn

De behoeften van ouderen liggen bovendien niet alleen op het gebied van zorg, maar ook op het gebied van welzijn. Meer nadruk op welzijn kan ouderen helpen om een goede kwaliteit van leven te behouden ondanks ziekte en beperkingen. Dit wordt slechts voor een deel bepaald door de fysieke gezondheid. Andere factoren die een rol spelen zijn bijvoorbeeld het kunnen onderhouden van sociale contacten, zingeving en waardigheid, de mate van eigen regie op het leven, maar ook veiligheid en leefomgeving. Om in te kunnen spelen op de unieke eigenschappen en behoeften van een oudere zal er niet alleen een betere samenwerking tussen professionals in de zorg, maar ook tussen zorgprofessionals, welzijnsprofessionals, mantelzorgers én professionals. Bovendien vergt het ook een andere kijk op zorg die niet alleen uitgaat van wat de oudere niet meer kan, maar juist ook oog heeft voor wat ze nog wel kunnen (5, 20, 23, 39).

Referenties

Meer achtergronden bij deze Themaverkenning en informatie over de gebruikte methoden vindt u hier

Naast deze Themaverkenning heeft de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV)-2018 ook Themaverkenningen over Bredere determinanten van gezondheid en Technologie gepubliceerd, en een Trendscenario. Deze producten beantwoorden de vraag: wat komt er op ons af? In juni 2018 is het onderdeel Handelingsopties verschenen, waarin wordt gekeken naar wat we zouden kunnen doen om goed om te gaan met een selectie van urgente opgaven. In juni 2018 is ook de Synthese verschenen, waarin de belangrijkste bevindingen van het Trendscenario, de Themaverkenningen en de Handelingsopties worden samengevat.

De VTV gaat over de toekomst. Cijfers en informatie over historische trends en de huidige stand van zaken kunt u vinden op de websites de Staat van Volksgezondheid en Zorg en Volksgezondheidenzorg.info.

Voor de totstandkoming van deze Themaverkenning is gebruik gemaakt van expertconsultatie. Een overzicht van geraadpleegde experts vindt u hier.